donderdag 25 november 2010

Diepere lagen

"Slaan jullie je kinderen?”
“Krijgt de hond elke dag genoeg eten?”
“Zijn jullie de baas in huis of zijn de kinderen dat?”
“Hoe reageren jullie als er weer diarree van de hond in huis ligt?”
“Staat je man achter je als je de kat corrigeert?”
Het lijken misschien stomme vragen die ik mensen soms stel als ik aan het tolken ben maar ik moet ze toch stellen.
Want hoe kan ik een hond uitleggen dat hij niet mag bijten als de mensen elkaar in huis slaan?
Hoe kan ik tegen een hond zeggen dat er altijd genoeg eten is voor hem (en hij dus niet aan het eten van de mensen mag komen) als hij niet de zekerheid heeft van regelmatig en genoeg eten?
Hoe kan ik zeggen dat een dier onderin de hiërarchie staat als ouders zich laten ringeloren door hun kinderen?
Hoe kan ik een ziek dier uitleggen dat het niet erg is als de ontlasting haar weer ontglipt als de mensen boos reageren?
Hoe kan de vrouw de kat de baas zijn bij een conflict als de man ondertussen in zijn vuistje lacht en zich daarmee achter de kat schaart?
Je houdt dieren niet voor de gek. Mooi weer spelen is er niet bij want dieren voelen haarfijn de diepere betekenis. Daarom zijn diergesprekken confronterend. Ze raken diepere lagen in jezelf.

maandag 22 november 2010

Zwaarmoedig hondje















Kruimel laat zich aan mij zien als een zwaarmoedig hondje. Zo’n zwaarmoedigheid waar Toon Tellegen een mooi verhaal van zou kunnen maken. Een zwaarmoedigheid om heel serieus te nemen en met waardigheid en eerbied mee om te gaan.
Nadat we een aantal onderwerpen hebben besproken, blijkt op een gegeven moment dat Kruimel graag optrekt met een heel vrolijk broertje van hem die ook in het huis woont. Dit hondje blijft in zijn vrolijkheid en laat zich niet door de zwaarmoedigheid van Kruimel naar beneden trekken. Voor mij ineens een hele eyeopener: hoe vaak heb ik me niet aangepast aan zwaarmoedige mensen om me heen en ben ik lager gaan zitten om contact met hen te kunnen hebben? Na het contact met Kruimel heb ik me voorgenomen in mijn eigen vrolijkheid te blijven. Laat anderen maar opstijgen …
Zijn bazen zien Kruimel na het gesprek veranderen in een blije hond: ‘Zijn oogjes glinsteren en tijdens het begroeten zwaait zijn staartje flink heen en weer. Hij lijkt zich meer en meer te ontspannen.’ Ik ben blij voor Kruimel. Zijn zwaarmoedigheid was indrukwekkend en intens maar ik gun iedereen toch een lichter bestaan!

donderdag 18 november 2010

Geheim plekje

Ik ken een hond waar ik me soms zorgen om maak. Zijn situatie is niet ideaal en zijn eigenaren niet echt capabel om hem op te voeden. Ik besluit een babbel te maken met het dier.
Hij laat zien dat hij zich aanpast aan zijn mensen: hij laat zich niet opvoeden, gaat zijn eigen gang, vernielt dingen, is zo dol als een stier en incasseert zijn straffen. Hij laat zich aan mij ongenaakbaar zien.
Ik vertel hem dat het me verbaast dat hij zich op deze manier staande weet te houden en dan maakt hij me deelgenoot van een geheimpje: om zich heen, om zijn kern/zijn wezen, heeft hij een vierkant geplaatst. Daarin zit een klein deurtje en daar mag ik even doorheen. Dan zie ik dat het daar binnen warm, intiem, rustig, stabiel en gezellig is. Zijn privé terrein! Een stukje van hemzelf waar niemand mag komen.
Ik krijg prompt de lachkriebels en zelfs tranen van blijdschap. Wat heeft dit diertje het goed voor elkaar! Ik hoef me dus geen zorgen te maken over dit hondje. Hij heeft zijn innerlijke leven helemaal op de rit!

woensdag 17 november 2010

Foute humor

Sjak is een katje met foute humor. Dat wil zeggen … hij is vreselijk grappig maar zijn geintjes zijn vaak net ongewenst: onder tafel in tenen bijten, vaasjes met bloemen om wippen. De andere kat in huis wordt er doodmoe van en trekt zich steeds meer terug. Wordt er soms zelfs ziek van.
Maar een katje als Sjak corrigeren is niet zo makkelijk want hij is zo leuk … En hij bedoelt het allemaal zo grappig. Het leven is één groot feest voor hem.
Om bepaalde beelden die ik van het dier doorkrijg over te brengen, val ik vaak terug op gedrag in een klas. Ik denk dat ik dat doe omdat kinderen ook heel puur zijn. ‘Met Sjak is het zo,’ leg ik uit, ‘dat je het kunt zien als die jongen in de klas die maar grapjes blíjft maken waar je als leerkracht eigenlijk op moet ingrijpen maar zijn grapjes zijn zo leuk.’ De vrouw aan de andere kant van de lijn herkent het meteen: ‘Ik ben leraar op een middelbare school en ik heb er nu ook zo een in de klas! Als ik me omdraai staat ie boven op de tafel de clown uit te hangen en reageert heel ontwapenend als ik er wat van zeg.’
Tja, wat Sjak betreft: het wordt met de jaren minder maar ik denk dat ze met dit levenslustige katje nog wel wat te gaan hebben ...

Koningin van de trap

Soms is het even zoeken bij dieren wat ze nou precies bedoelen. Niet elk dier is namelijk meteen even transparant over zijn of haar gedrag. Rosa is er ook zo eentje. Ik heb haar al diverse keren ‘aan de lijn’ gehad en vertel haar mens dat ik Rosa nog steeds niet echt kan typeren. ‘Waarom denk je dat ik jou bel?’ krijg ik als antwoord, ‘Je weet dat ik mijn katten normaal gesproken goed kan lezen maar Rosa is niet altijd een open boek voor mij.’
Een van de vragen is waarom Rosa midden op de trap gaat zitten en de jonge kat de trap niet op of af laat gaan. Na een hoop gepuzzel komen we eruit: voor Rosa, met haar enorme zorgdrift, gebeurt er momenteel teveel in huis. Ze overziet het niet meer allemaal, heeft niet overal vat op en kiest daarom voor de trap. Die is overzichtelijk, afgebakend. In die positie op de trap is zij de koningin.

'Alleen doden worden opgehangen.'

Deze onbenullige uitspraak deed ik tijdens een intensief psychologisch gesprek waarin ik tolkte. Tijdens het omzetten van de info van het dier naar de mens kan er wel es iets ongenuanceerd uit komen … Ik had zelf niet door wat ik zei maar werd uit mijn concentratie gehaald door het geschater van de vrouw aan de andere kant van de lijn. Gelukkig kennen we elkaar en begreep zij wat ik bedoelde te zeggen namens haar kat. Namelijk dat er wel foto’s van de overleden katten in huis staan maar niet van deze nog levende kat.

Hoge nood

Sinds kort plast poes Aimée op allerlei plekken in huis. Mij wordt gevraagd contact op te nemen met haar.
Meteen laat ze gespannenheid zien. Stress. Ik weet dat er relationele spanningen zijn en kan daarom meteen op haar inhaken. Ik vertel dat ze de vrouw in huis niet helpt door overal te plassen waardoor zij veel moet wassen. ‘Ik help juist wel,’ hoor ik, ‘Ik laat zien dat de nood hoog is.’
Aimée heeft van nature een opgeruimd karakter en wil spelen en vrolijk zijn. Deze sfeer is veel te zwaar voor haar en ze kan ook geen ondersteunende rol bieden aan de mensen. Ik vraag haar om haar behoeften alleen nog op de kattenbak te doen.
Direct na het gesprek gaat de vrouw naar de kat en treft een dier dat zich heerlijk laat aanhalen. Ze legt uit dat het helemaal goed is als Aimée 'alleen maar' de vrolijke noot in huis is.
Een paar dagen later hoor ik dat Aimée weer door het huis rent, vrolijk en uitdagend is en niet meer op ongewenste plekken plast.

zondag 14 november 2010

De aap in de opvang

Het contact met dit dier past op geen van mijn blogs omdat het hier gaat om een aap die in de opvang zit. Geen echt dierentuindier dus, geen huisdier en geen vrij dier. Daarom een vermelding op alle drie de blogs omdat het toch raakvlakken heeft.

Omdat deze huisdierenblog alleen heel korte verhaaltjes bevat, verwijs ik graag naar mijn blog over dierentuindieren of vrije dieren.

vrijdag 12 november 2010

Mensgericht vraagt andere aanpak

Ik zeg het wel vaker: ieder dier is anders en geen enkel dier(soort) kun je over een kam scheren.
Daarom kom je niet uit met standaard trainingsmethodes en vooropgezette ideeën.
Je kunt niet bij voorbaat zeggen dat dieren altijd een soortgenoot nodig hebben want sommige dieren zijn heel mensgericht en hebben daardoor geen belangstelling voor soortgenoten.
Rumi, het bijzondere mensenkonijn is daar een goed voorbeeld van. En ook Sting, de hond die ik laatst sprak.
Sting wil altijd bij mensen zijn, lijkt te luisteren naar gesprekken, gaat altijd mee naar restaurants en wil veel informatie. Gelukkig kletst de vrouw des huizes al veel tegen haar maar Sting wil ook wel meer inhoudelijke informatie, over boeken en films en gedachtegangen van de mens. Ze heeft de ietwat onhebbelijke neiging veel te blaffen en als ik vraag of dat minder zou kunnen reageert ze verontwaardigd: ‘Zij praten toch ook?!’
Sting is in de vakantieperiode bij de fokker in huis geweest en kwam heel timide terug. Ze is daar behandeld als gewone hond. Maar die benadering past niet bij Sting. Daar wordt ze heel ongelukkig van. Ik kreeg heel sterk de indruk dat Sting zich aan het voorbereiden is om eens terug te komen als mens. En dat vergt kennelijk nu al voorbereiding. Honden als Sting vragen dus een andere omgang en Sting weet dat ze het heel goed getroffen heeft met deze mensen. Enerzijds krijgt ze haar (mensen)info, anderzijds kan ze heerlijk hond zijn, o.a. bij de trainingen. Maar die gaan wel ‘des Stings’. Fantastisch hoe deze mensen de hond zien zoals ze is.

Grenzen aan ziekte

Ik denk dat er heel wat mensen zijn die moeite hebben grenzen te bepalen als ze te maken krijgen met een nauw verwant persoon met psychische problemen. Ook hierop hebben dieren hun eigen kijk.
Namens een vrouw legde ik een hond uit dat de man des huizes ziek is. De hond gaf een heel duidelijk beeld door: die hoort in bed, lekker toedekken, zelf uit de kamer weggaan en de deur op slot draaien. Als ‘toetje’ liet hij zien dat hij de vrouw bij de deur weg duwde.